forked from Helsinki-NLP/Tatoeba-Challenge
-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 0
/
Copy pathtest.txt
10000 lines (10000 loc) · 708 KB
/
test.txt
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
232
233
234
235
236
237
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
249
250
251
252
253
254
255
256
257
258
259
260
261
262
263
264
265
266
267
268
269
270
271
272
273
274
275
276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
287
288
289
290
291
292
293
294
295
296
297
298
299
300
301
302
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331
332
333
334
335
336
337
338
339
340
341
342
343
344
345
346
347
348
349
350
351
352
353
354
355
356
357
358
359
360
361
362
363
364
365
366
367
368
369
370
371
372
373
374
375
376
377
378
379
380
381
382
383
384
385
386
387
388
389
390
391
392
393
394
395
396
397
398
399
400
401
402
403
404
405
406
407
408
409
410
411
412
413
414
415
416
417
418
419
420
421
422
423
424
425
426
427
428
429
430
431
432
433
434
435
436
437
438
439
440
441
442
443
444
445
446
447
448
449
450
451
452
453
454
455
456
457
458
459
460
461
462
463
464
465
466
467
468
469
470
471
472
473
474
475
476
477
478
479
480
481
482
483
484
485
486
487
488
489
490
491
492
493
494
495
496
497
498
499
500
501
502
503
504
505
506
507
508
509
510
511
512
513
514
515
516
517
518
519
520
521
522
523
524
525
526
527
528
529
530
531
532
533
534
535
536
537
538
539
540
541
542
543
544
545
546
547
548
549
550
551
552
553
554
555
556
557
558
559
560
561
562
563
564
565
566
567
568
569
570
571
572
573
574
575
576
577
578
579
580
581
582
583
584
585
586
587
588
589
590
591
592
593
594
595
596
597
598
599
600
601
602
603
604
605
606
607
608
609
610
611
612
613
614
615
616
617
618
619
620
621
622
623
624
625
626
627
628
629
630
631
632
633
634
635
636
637
638
639
640
641
642
643
644
645
646
647
648
649
650
651
652
653
654
655
656
657
658
659
660
661
662
663
664
665
666
667
668
669
670
671
672
673
674
675
676
677
678
679
680
681
682
683
684
685
686
687
688
689
690
691
692
693
694
695
696
697
698
699
700
701
702
703
704
705
706
707
708
709
710
711
712
713
714
715
716
717
718
719
720
721
722
723
724
725
726
727
728
729
730
731
732
733
734
735
736
737
738
739
740
741
742
743
744
745
746
747
748
749
750
751
752
753
754
755
756
757
758
759
760
761
762
763
764
765
766
767
768
769
770
771
772
773
774
775
776
777
778
779
780
781
782
783
784
785
786
787
788
789
790
791
792
793
794
795
796
797
798
799
800
801
802
803
804
805
806
807
808
809
810
811
812
813
814
815
816
817
818
819
820
821
822
823
824
825
826
827
828
829
830
831
832
833
834
835
836
837
838
839
840
841
842
843
844
845
846
847
848
849
850
851
852
853
854
855
856
857
858
859
860
861
862
863
864
865
866
867
868
869
870
871
872
873
874
875
876
877
878
879
880
881
882
883
884
885
886
887
888
889
890
891
892
893
894
895
896
897
898
899
900
901
902
903
904
905
906
907
908
909
910
911
912
913
914
915
916
917
918
919
920
921
922
923
924
925
926
927
928
929
930
931
932
933
934
935
936
937
938
939
940
941
942
943
944
945
946
947
948
949
950
951
952
953
954
955
956
957
958
959
960
961
962
963
964
965
966
967
968
969
970
971
972
973
974
975
976
977
978
979
980
981
982
983
984
985
986
987
988
989
990
991
992
993
994
995
996
997
998
999
1000
eng nld A bad workman blames his tools. Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.
eng nld I don't know the contents of the box. Ik ken de inhoud van de doos niet.
eng nld There was a large audience in the theater. Er was een groot publiek in het theater.
eng nld There is little possibility that she will be elected. Er is weinig kans dat zij verkozen zal worden.
eng nld I need a laptop. Ik heb een laptop nodig.
eng nld That happened three days ago. Dat is drie dagen geleden gebeurd.
eng nld Get rid of her. Poeier haar af.
eng nld That boy doesn't eat candies. Deze jongen eet geen snoep.
eng nld Well, let's start our work. Goed, laten we beginnen met ons werk.
eng nld Thanks for the help. Bedankt voor de hulp.
eng nld Do you want some mulled wine? Willen jullie wat glühwein?
eng nld Rome is in Italy. Rome ligt in Italië.
eng nld Melting polar icecaps could also contribute to an increase in sea levels. Het smelten van de poolkappen kan bijdragen aan het stijgen van het zeeniveau.
eng nld We were surrounded. We waren omsingeld.
eng nld He cried: "Help!" Hij schreeuwde: "Help!"
eng nld The Americans had nothing to do with the matter. De Amerikanen hadden niets te maken met de kwestie.
eng nld How did you spend your vacation? Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?
eng nld That's his horse. Dat is zijn paard.
eng nld I'm looking for books on Roman history. Ik zoek boeken over de Romeinse geschiedenis.
eng nld Have you ever thought of becoming a nurse? Heb je er ooit over gedacht verpleegkundige te worden?
eng nld Tom shifted uncomfortably. Tom verplaatste zich ongemakkelijk.
eng nld The game was postponed due to rain. Het spel werd wegens de regen uitgesteld.
eng nld My horse is black. Mijn paard is zwart.
eng nld When will you go back to Japan? Wanneer ga je terug naar Japan?
eng nld Mary helped me. Maria heeft mij geholpen.
eng nld This dog jumped. Deze hond sprong.
eng nld Tom would never have done that that way. Tom zou dat nooit zo gedaan hebben.
eng nld The only fingerprints that the police found on the doorknob were Tom's. De enige vingerafdrukken die de politie op de deurknop vond waren die van Tom.
eng nld Tom and Mary adopted a handicapped child. Tom en Maria hebben een gehandicapt kind geadopteerd.
eng nld Your German is good. Uw Duits is goed.
eng nld He googled himself. Hij heeft zichzelf gegoogeld.
eng nld He's happy. Hij is gelukkig.
eng nld The dinner is almost ready. Het avondeten is bijna klaar.
eng nld They painted the fence green. Ze hebben het hek groen geverfd.
eng nld Tom's unexpected death devastated his work colleagues. Toms onverwachte dood maakte zijn werkcollega's overstuur.
eng nld I don't know where he lives. Ik weet niet waar hij woont.
eng nld The house is burning. Het huis staat in brand.
eng nld 40 dollars for seven days. Veertig dollar voor zeven dagen.
eng nld That's a mistake. Dat is een fout.
eng nld I like ketchup. Ik hou van ketchup.
eng nld Wait for me! Wacht op mij.
eng nld This bike needs to be repaired. Deze fiets moet gerepareerd worden.
eng nld Sold out. Uitverkocht.
eng nld I believe you. Ik geloof je.
eng nld He says he saw a UFO last night. Hij zegt dat hij gisteravond een ufo heeft gezien.
eng nld I've never had sushi. Ik heb nog nooit sushi gehad.
eng nld We have no proof. We hebben geen bewijs.
eng nld I know you'll find happiness eventually. Ik weet dat je uiteindelijk gelukkig zult worden.
eng nld Which is the more expensive of the two? Welke van de twee is het duurst?
eng nld I'm unemployed. Ik ben werkloos.
eng nld I am shearing the sheep. Ik scheer het schaap.
eng nld You people are amazing. Jullie zijn verbazingwekkend.
eng nld Am I supposed to stop? Hoor ik te stoppen?
eng nld Let's leave now before anyone changes their mind. Laat ons nu weggaan vooraleer iemand van gedacht verandert.
eng nld You underestimate your importance. Je onderschat je belang.
eng nld Sami knew he had hurt Layla. Sami wist dat hij Layla pijn had gedaan.
eng nld They helped me. Ze hielpen mij.
eng nld I speak English fluently. Ik spreek vloeiend Engels.
eng nld You're not even a student here. Je bent hier niet eens een student.
eng nld He is going to teach Berber. Hij zal Berberse les geven.
eng nld Don't give anything else to Tom. Geef Tom niets anders.
eng nld I loved that book! Ik hield van dat boek!
eng nld I spent ten dollars on a book. Ik heb tien dollar uitgegeven aan een boek.
eng nld He is an expert in astronomy. Hij is een astronomiekenner.
eng nld The Czech choir of chemists echoes chaotically. Het Tsjechisch koor van scheikundigen echoot chaotisch.
eng nld Tom drank. Tom dronk.
eng nld I don't blame you. Ik verwijt u dat niet.
eng nld Tom and Mary weren't singing. Tom en Mary zongen niet.
eng nld Please close the door. Sluit de deur alsjeblieft.
eng nld I waved him back. Ik wuifde terug naar hem.
eng nld Do you speak Toki Pona? Spreken jullie Toki Pona?
eng nld She made him rich. Ze maakte hem rijk.
eng nld Are you free this weekend? Ben je vrij dit weekend?
eng nld I can't fire you. Ik kan u niet ontslaan.
eng nld I'm very busy so don't count on me. Ik heb het erg druk, reken dus niet op mij.
eng nld There's no need to worry. Er is geen reden tot bezorgdheid.
eng nld I hate that color. Ik haat die kleur.
eng nld I am a shy boy. Ik ben een schuchtere jongen.
eng nld Tom works at a pizzeria. Tom werkt in een pizzeria.
eng nld My uncle gave him a gift. Mijn oom gaf hem een geschenk.
eng nld Do you speak German? Spreek je Duits?
eng nld You may not come in. Je mag niet binnenkomen.
eng nld You are beautiful. Jullie zijn mooi.
eng nld They built bigger and better ships. Ze hebben grotere en betere schepen gebouwd.
eng nld Bring help. Haal hulp.
eng nld Answer the phone. Neem de telefoon op.
eng nld Tom refused to talk about it. Tom weigerde erover te praten.
eng nld We're all proud of you. We zijn allen trots op jou.
eng nld This flower is black. Deze bloem is zwart.
eng nld Oceans do not so much divide the world as unite it. Oceanen verdelen de wereld niet zozeer, als dat ze deze verenigen.
eng nld Quintilius Varus, return my legions! Quintilius Varus, geef mijn legioenen terug!
eng nld My father will get well soon. Mijn vader zal vlug weer gezond zijn.
eng nld I don't know any of the five ladies. Ik ken geen van deze vijf dames.
eng nld You're exactly right. Je slaat de spijker op z'n kop.
eng nld Did you like this video? Vonden jullie deze video leuk?
eng nld Sometimes it's better to remain silent. Soms is het beter om te zwijgen.
eng nld He said that he would come back here tomorrow. Hij zei dat hij hier morgen terug zou komen.
eng nld I want to stay for several days. Ik wil een paar dagen blijven.
eng nld He hates spiders. Hij verafschuwt spinnen.
eng nld I have helped the poor. Ik heb de armen geholpen.
eng nld I love red parrots. Ik hou van rode papegaaien.
eng nld Tom drank beer. Tom dronk bier.
eng nld Tom wondered how many minutes it would take him to run to the bus stop. Tom vroeg zich af hoeveel minuten het hem zou duren om naar de bushalte te rennen.
eng nld He's coming to my country. Hij komt naar mijn land.
eng nld This is intolerable. Dit is ondraaglijk.
eng nld It's a ghost, and only I can speak to him. Het is een geest, en ik ben de enige die met hem kan praten.
eng nld How many died? Hoeveel zijn er gestorven?
eng nld Luke has short hair. Luke heeft kort haar.
eng nld It's not blood. It's beet. Het is geen bloed. Het is biet.
eng nld You won! U heeft gewonnen!
eng nld When will you come back to school? Wanneer zal je terugkomen naar school?
eng nld I must hide. Ik moet me verbergen.
eng nld Why was I not aware of this? Waarom was ik hier niet van op de hoogte?
eng nld "But three million is all I have," Dima said. "No more, no less." "Maar drie miljoen is alles wat ik heb," zei Dima. "Niet meer en niet minder."
eng nld I was very busy this week. Ik heb het deze week erg druk gehad.
eng nld She is well known both in Japan and in America. Ze is beroemd, zowel in Japan als in Amerika.
eng nld I can't help it if girls want to flirt with me. Ik kan het ook niet helpen als meisjes met me willen flirten.
eng nld Do you see the rainbow? Zie je de regenboog?
eng nld There is no rose without thorns. Er is geen roos zonder doornen.
eng nld Do you like Italian food? Hou je van Italiaans eten?
eng nld Shut the window. Doe het raam dicht.
eng nld Who's humming? Wie neuriet?
eng nld Vampires live forever. Vampieren leven eeuwig.
eng nld I'll call you when I have time. Ik telefoneer je wanneer ik tijd heb.
eng nld It's too smoky here for me. Het is hier te rokerig voor mij.
eng nld No. I'm sorry, I've got to go back early. Nee. Ik moet helaas weer vroeg terug.
eng nld What time did you go to sleep yesterday? Hoe laat ben je gisteren gaan slapen?
eng nld It snowed in Jerusalem. Het sneeuwde in Jeruzalem.
eng nld It'll rain for sure. Het zal ongetwijfeld gaan regenen.
eng nld Do you know where it is? Weet u waar het is?
eng nld I'm under the tree. Ik ben onder de boom.
eng nld I bought a pen like yours yesterday. Ik heb gisteren net zo'n pen gekocht als jij hebt.
eng nld Women are meant to be loved, not to be understood. Vrouwen zijn er om bemind te worden, niet om begrepen te worden.
eng nld I have a piano. Ik heb een piano.
eng nld I adore this chair. Ik ben dol op deze stoel.
eng nld The cats are relaxing in the sun. De katten rusten in de zon.
eng nld I live in Boston now, but I'm originally from Chicago. Ik woon nu in Boston, maar ik kom oorspronkelijk uit Chicago.
eng nld Tom looks young. Tom ziet er jong uit.
eng nld I'm from Kashgar. Ik kom uit Kashgar.
eng nld Do you have fire insurance? Heb je een brandverzekering?
eng nld Please turn down the volume. Zet het volume wat zachter alsjeblieft.
eng nld Is eating organic food worth the money? Is biologisch eten wel zijn geld waard?
eng nld Enjoy the rest of the weekend! Geniet van de rest van het weekeind!
eng nld I'm afraid of wild animals. Ik heb schrik van wilde beesten.
eng nld I was doing my homework. Ik maakte mijn huiswerk.
eng nld School begins in spring. De school begint in de lente.
eng nld Canada is not a paradise. Canada is geen paradijs.
eng nld Where are your clothes? Waar zijn je kleren?
eng nld I can't believe it. Ik kan het niet geloven!
eng nld I went to a concert with Tom. Ik ben naar een concert geweest met Tom.
eng nld I am from Rio de Janeiro, Brazil. Ik kom uit Rio de Janeiro, Brazilië.
eng nld I am playing. Ik speel.
eng nld Do you like this girl? Vind je dit meisje leuk?
eng nld I don't live in Australia now. Ik woon nu niet in Australië.
eng nld He will go to New York next month. Hij zal volgende maand naar New York gaan.
eng nld You have made many mistakes. Ge hebt veel fouten gemaakt.
eng nld Is there water? Is daar water?
eng nld What are you going to do with it? Wat gaan jullie ermee doen?
eng nld Where's my box of chocolates? Waar is mijn doos bonbons?
eng nld I saw a flock of birds flying aloft. Ik zag een zwerm vogels vliegen in de lucht.
eng nld I'm a new student. Ik ben een nieuwe student.
eng nld Take a look in there. Kijk eens hier in.
eng nld I love this chair. Ik hou van deze stoel.
eng nld Can you skate? Kunnen jullie schaatsen?
eng nld He designed the car. Hij ontwierp de auto.
eng nld Did you close the window? Hebben jullie het raam dichtgedaan?
eng nld Tom tried opening the door, but it was locked. Tom probeerde de deur open te doen, maar hij zat op slot.
eng nld A tumor of the pituitary gland can cause hypopituitarism. Een tumor van de hypofyse kan hypopituïtarisme veroorzaken.
eng nld Tomorrow we expect variable weather with a likely chance of precipitation. Morgen verwachten we wisselvallig weer met een grote kans op neerslag.
eng nld The baby has fallen asleep. De baby viel in slaap.
eng nld They're my favorite. Zij zijn mijn favoriet.
eng nld Someone is coming. Iemand komt.
eng nld We ate the pizza. Wij aten de pizza.
eng nld The accident arose from a simple mistake. Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.
eng nld The sudden increase of cars is causing a large number of traffic accidents every day. De plotselinge toename van auto's zorgt elke dag voor een groot aantal verkeersongelukken.
eng nld Tom typically plays as a rogue. This is his first time playing as a wizard. Tom speelt meestal als een schurk. Dit is de eerste keer dat hij als een magiër speelt.
eng nld My uncle isn't young, but he's healthy. Mijn oom is niet jong, maar hij is wel gezond.
eng nld Welcome to the Tatoeba Project website. Welkom op de webstek van het Tatoeba-project.
eng nld Give me this hat. Geef me deze hoed.
eng nld From this point, we'll go on by car. Vanaf dit punt gaan we met de auto.
eng nld Our team lost all its games. Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
eng nld I need a good job. Ik heb een goede baan nodig.
eng nld Tom has a stiff neck. Tom heeft een stijve nek.
eng nld Where were they born? Waar zijn zij geboren?
eng nld She loves coffee. Zij houdt van koffie.
eng nld I have a terrible headache. Ik heb ontzettende hoofdpijn!
eng nld She called him on the phone. Ze riep hem aan de telefoon.
eng nld You're such a pig. Wat ben je toch een zwijn.
eng nld I bought only one book which I gave to a student. Ik heb één enkel boek gekocht, dat ik aan een student gegeven heb.
eng nld We were impatient. We waren ongeduldig.
eng nld Put your hat on. Doe je hoed op.
eng nld His mother is worried about him. Zijn moeder maakt zich zorgen over hem.
eng nld We know you're a vegetarian. We weten dat je vegetariër bent.
eng nld He's already a man. Hij is al een man.
eng nld Mary received a telegraph from Tom. Mary heeft een telegram ontvangen van Tom.
eng nld I should have known something was up. Ik had moeten weten dat er iets aan de hand was.
eng nld Tom's fast. Tom is snel.
eng nld You're wise. U bent wijs.
eng nld I've just arrived at the station. Ik ben pas aangekomen in het station.
eng nld I love you more than I love her. Ik hou meer van jou dan van haar.
eng nld Let's make that happen. Laten we dat waarmaken.
eng nld Tom put on his ice skates. Tom deed zijn schaatsen aan.
eng nld Macedonia is called "Makedonija" in Macedonian. Macedonië wordt ''Makedonija'' genoemd in het Macedonisch.
eng nld Natasha is a Russian name. Natasja is een Russische naam.
eng nld Tom is afraid of big dogs. Tom heeft angst voor grote honden.
eng nld Tom paused uncomfortably. Tom pauzeerde met een ongemakkelijk gevoel.
eng nld Tom is going to leave, isn't he? Tom gaat weg, of niet?
eng nld Since you are no longer a child, you should be responsible for what you do. Aangezien je geen kind meer bent zou je verantwoordelijk moeten zijn voor wat je doet.
eng nld Carrot or banana? Wortel of banaan?
eng nld We're good to go. We zijn klaar om te gaan.
eng nld Why are you crying? Waarom ben je aan het huilen?
eng nld Please, listen to me! Alsjeblieft, luister naar mij!
eng nld This is a car and that is a bus. Dit is een auto en dat is een bus.
eng nld I am online. Ik ben online.
eng nld It's the last chance. Het is de laatste kans.
eng nld I couldn't find it anywhere. Ik kon het nergens vinden.
eng nld You've got to go home. Je moet naar huis gaan.
eng nld He played tennis. Hij speelde tennis.
eng nld Please don't interrupt me while I'm talking. Val me alsjeblieft niet in de rede.
eng nld The cows are eating grass. De koeien zijn gras aan het eten.
eng nld We have no sugar. We hebben geen suiker.
eng nld I remember the first time. Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
eng nld His head was grey. Zijn hoofd was grijs.
eng nld Natalia is the teacher's favourite, but she will never admit that. Natalia is de lieveling van de leraar, maar dat zal ze nooit toegeven.
eng nld Can you really? Kunt u dat echt?
eng nld This book costs 4 dollars. Dit boek kost 4 dollar
eng nld How much money have you earned so far? Hoeveel geld heeft u tot nu toe verdiend?
eng nld The summer had gone before I knew. De zomer was voorbij voordat ik het besefte.
eng nld Foreign investors withdrew their money from the United States. De buitenlandse investeerders trokken hun geld uit de VS terug.
eng nld Are you planning to take part in the meeting? Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?
eng nld I gave him a few books. Ik heb hem een paar boeken gegeven.
eng nld He will always love her. Hij zal voor altijd van haar houden.
eng nld We do anything we want. We doen alles wat we willen.
eng nld There is a cat under the bed. Er zit een kat onder het bed.
eng nld The lion is king of beasts. De leeuw is de koning van de dieren.
eng nld Do you have an elevator? Hebben jullie een lift?
eng nld Unfortunately those beautiful words are not my own. Jammer genoeg zijn die prachtige woorden niet mijn eigen woorden.
eng nld Even though Tom still had tears in his eyes, he began to smile. Hoewel Tom nog tranen in zijn ogen had, begon hij te glimlachen.
eng nld I thought that you lived in Australia. Ik dacht dat u in Australië woonde.
eng nld I'm used to the noise. Ik ben het lawaai gewend.
eng nld You better watch your back. Je kan maar beter uitkijken.
eng nld Why do you need a hammer? Waarom hebben jullie een hamer nodig?
eng nld I can't believe Tom solo'ed that dungeon. Ik kan het niet geloven dat Tom die dungeon in zijn eentje heeft gedaan.
eng nld Still? Nog steeds?
eng nld Without his glasses, he is as blind as a bat. Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
eng nld He has quite a few valuable paintings. Hij bezit veel dure schilderijen.
eng nld We're alone. We zijn alleen.
eng nld It's difficult to learn Korean. Koreaans leren is moeilijk.
eng nld Who knows what new discoveries these observatories will uncover? Wie weet welke nieuwe ontdekkingen deze observatieposten zullen onthullen?
eng nld She is fond of playing tennis. Ze is dol op tennissen.
eng nld I hope we can fix that. Ik hoop dat we dat kunnen oplossen.
eng nld The lobby was empty. De wachtzaal was leeg.
eng nld I found a dollar in the street. Ik heb een dollar op straat gevonden.
eng nld Large areas of the ocean are polluted. Grote delen van de oceaan zijn vervuild.
eng nld Mary fainted. Maria viel flauw.
eng nld Tom washed the blood off his hands. Tom waste het bloed van zijn handen.
eng nld You are not thin. Je bent niet dun.
eng nld I wasn't fired. I quit. Ik ben niet ontslagen. Ik heb mijn ontslag gegeven.
eng nld Tom's favorite actress is Ellen Page. Toms favoriete actrice is Ellen Page.
eng nld I have a cow. Ik heb een koe.
eng nld I can protect him. Ik kan hem beschermen.
eng nld Everyone should know this. Iedereen zou dat moeten weten.
eng nld I'll show that to them. Ik zal ze dat laten zien.
eng nld You drink tea. Jij drinkt thee.
eng nld Because she felt sick. Omdat ze zich ziek voelde.
eng nld Did you think I was being too nosy? Vond je mij te nieuwsgierig?
eng nld Are those your kids? Zijn dat jouw kinderen?
eng nld Don't go out, as it's raining. Ga niet naar buiten, het regent.
eng nld He hasn't got a bicycle. Hij heeft geen fiets.
eng nld If I were you, I would not do it. Ik zou het niet doen als ik jou was.
eng nld This is asparagus soup. Dit is aspergesoep.
eng nld Let's try! Laten we het proberen.
eng nld Do you want me to call the police? Wil je dat ik de politie bel?
eng nld I didn't eat breakfast today. Ik heb vandaag geen ontbijt gegeten.
eng nld They have no impact on the environment. Ze hebben geen enkele invloed op het milieu.
eng nld The snow has disappeared. De sneeuw is verdwenen.
eng nld Dat Esperanto morgen de Europese taal wordt, is wishful thinking. Dat Esperanto morgen de Europese taal wordt, is wensdenken.
eng nld Many flights were canceled, owing to the typhoon. Veel vluchten werden geannuleerd als gevolg van de tyfoon.
eng nld No students were absent. Geen enkele student was afwezig.
eng nld I knew he was waiting for Mary. Ik wist dat hij op Mary wachtte.
eng nld The first item he bought was an alarm clock. Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.
eng nld Do you miss your kids? Mis je je kinderen?
eng nld Let me speak, please. Laat me praten alsjeblieft.
eng nld It's not usually this busy. Het is gewoonlijk niet zo druk.
eng nld He slams the door shut. Hij sloeg de deur toe.
eng nld I recovered. Ik ben hersteld.
eng nld I am going to my friend's house. Ik ga bij mijn vriend.
eng nld Do you understand what I am saying? Snap je wat ik bedoel?
eng nld I am tall. Ik ben lang.
eng nld She studies mathematics. Zij studeert wiskunde.
eng nld I drank too much. My face is swollen! Ik heb te veel gedronken. Mijn gezicht is gezwollen.
eng nld Where's my tea? Waar is mijn thee?
eng nld Don't let anything else distract us. Laat niets anders ons afleiden.
eng nld We are planning a trip to New York. We plannen een trip naar New York.
eng nld I don't see the connection. Ik zie het verband niet.
eng nld Tom is an artist. Tom is een kunstenaar.
eng nld How much does she spend per month? Hoeveel besteedt ze per maand?
eng nld The bill, please. De rekening, alstublieft.
eng nld I can't help you because I'm busy. Ik kan niet helpen, want ik ben bezig.
eng nld Ulaanbaatar is the capital of Mongolia. Ulaanbaatar is de hoofdstad van Mongolië.
eng nld Tom auditioned for American Idol. Tom deed auditie voor American Idol.
eng nld Hell is other people. De hel, dat zijn de anderen.
eng nld Can you tell me what this word means? Kunt u mij zeggen wat dit woord betekent?
eng nld The house was dead silent. Het huis was doodstil.
eng nld It's almost dark. Het is bijna donker.
eng nld Tom likes to go to school. Tom vindt het leuk om naar school te gaan.
eng nld This bicycle is old, but it's better than nothing. Deze fiets is weliswaar oud, maar toch beter dan niets.
eng nld If I were you I would call the doctor. Als ik jou was, zou ik een arts bellen.
eng nld I didn't think you'd come. Ik dacht niet dat je ging komen.
eng nld Mary lied about her age. Mary heeft gelogen over haar leeftijd.
eng nld I didn't even get a postcard. Ik had niet eens een kaartje ontvangen.
eng nld He'll understand. Hij zal het begrijpen.
eng nld He has blond hair. Hij is blond.
eng nld You should have kept it secret. Jullie hadden het geheim moeten houden.
eng nld You guys were really good. Jullie waren echt goed.
eng nld It's none of your business. Dat zijn jouw zaken niet.
eng nld Do you keep a journal? Houd je een dagboek bij?
eng nld Don't forget your passport. Vergeet jullie paspoort niet.
eng nld There was complete silence. Er heerste doodse stilte.
eng nld He does not run. Hij rent niet.
eng nld Mary is very impressed. Maria is zeer onder de indruk.
eng nld Muslims always pray facing toward Mecca. Moslims bidden altijd met het gezicht richting Mekka.
eng nld It was surprising to see how fast the child grew up. Het was verrassend te zien hoe snel het kind groeide.
eng nld We just finished painting the house. We zijn net klaar met het verven van het huis.
eng nld Tom practiced in front of the mirror. Tom heeft voor de spiegel geoefend.
eng nld Mary is struggling to pay back her student loans. Mary heeft moeite met het terugbetalen van haar studielening.
eng nld Why do you ask? Waarom vraag je?
eng nld Learn Italian. Leer Italiaans.
eng nld Sami's favorite food is pasta. Sami's favoriete eten is pasta.
eng nld Are you selling these lamps? Verkopen jullie deze lampen?
eng nld Crying out, the little girl was looking for her mother. Huilend zocht het meisje naar haar moeder.
eng nld This is a horse. Dit is een ros.
eng nld Tom is seldom late. Tom is zelden laat.
eng nld "Well..." sighed Dima, then turned to the shopkeeper and cast her a murderous glance. "I guess I have no choice now..." "Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
eng nld Why didn't you answer when I knocked? Waarom reageerde je niet toen ik klopte?
eng nld I'm a busy person. Ik ben een druk iemand.
eng nld I laughed at his joke. Ik lachte met zijn mop.
eng nld It isn't enough. Het is niet genoeg.
eng nld The natural logarithm of e is 1. De natuurlijke logaritme van e is 1.
eng nld Tom did his homework in the kitchen. Tom maakte zijn huiswerk in de keuken.
eng nld Tom relies on me. Tom vertrouwt op mij.
eng nld Do you have an English dictionary? Hebt u een Engels woordenboek?
eng nld I don't think it'll rain this afternoon. Ik denk niet dat het zal gaan regenen vanmiddag.
eng nld He always passes for a great scholar. Hij gaat altijd door voor een uitstekende geleerde.
eng nld He translated his sentence. Hij heeft zijn zin vertaald.
eng nld Have you finished your homework already? Hebt gij uw huiswerk al af?
eng nld Did Tom play tennis yesterday? Heeft Tom gisteren getennist?
eng nld I'm sorry. Het spijt me.
eng nld Last month he had his house painted white. Afgelopen maand heeft hij zijn huis wit laten schilderen.
eng nld Gold is heavier than silver. Goud is zwaarder dan zilver.
eng nld This news made Al-Sayib so furious that he once more spilled his Fanta. Dit bericht maakte Al-Sayib zo woedend, dat hij nogmaals Fanta morste.
eng nld Tom writes novels in his spare time. Tom schrijft romans in zijn vrije tijd.
eng nld If I were you, I would apply for the job. Als ik jou was, zou ik solliciteren naar de baan.
eng nld You've got a car, right? U heeft een auto, toch?
eng nld Why are you unhappy? Waarom zijn jullie ongelukkig?
eng nld I'm a human. Ik ben een mens.
eng nld Black cloth absorbs light. Zwarte stoffen absorberen het licht.
eng nld Tom brushed his hair. Tom borstelde zijn haar.
eng nld It's warm today. Het is heet vandaag.
eng nld I don't like your girlfriend. Ik mag je vriendin niet.
eng nld The European Union is a new caliphate? De Europese Unie is een nieuw kalifaat?
eng nld He went to America last year to brush up his English. Hij ging vorig jaar naar Amerika om zijn Engels bij te schaven.
eng nld Is that his umbrella? Is dat zijn paraplu?
eng nld Eat a lot of bread, drink a little wine! Eet veel brood, drink een beetje wijn!
eng nld If you go out so lightly dressed, you'll catch a cold. Als je met zo weinig kleren naar buiten gaat, vat je nog kou.
eng nld I think Tom is a student. Ik denk dat Tom een student is.
eng nld I feel the same way about you. Ik denk ook zo over jou.
eng nld Everyone in my family gets up early. Iedereen in mijn gezin staat vroeg op.
eng nld That I may stay a pious servant of Thine for aye and drive the plagues that try us and tyranny away. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
eng nld Poland is called "Polska" in Polish. Polen wordt ''Polska'' genoemd in het Pools.
eng nld Are you free tonight? Ben je vanavond vrij?
eng nld She will never forgive me. Ze vergeeft me nooit.
eng nld He stopped smoking and started running. Hij stopte met roken en begon met hardlopen.
eng nld "No," repeated the Englishman. "Nee," herhaalde de Engelsman.
eng nld I have lost my pencil. Ik ben mijn potlood kwijt.
eng nld According to the newspaper, there was a big fire last night. Volgens de krant was er gisteren een grote brand.
eng nld We'll dance. We zullen dansen.
eng nld Do you know how to eat with chopsticks? Kan je met stokjes eten?
eng nld Did Tom die? Is Tom doodgegaan?
eng nld I like apples more than oranges. Ik houd meer van appels dan van sinaasappels.
eng nld Why are you unhappy? Waarom bent u ongelukkig?
eng nld He is away from home. Hij is het huis uit.
eng nld Have you guys seen them? Hebben jullie hen gezien?
eng nld Tom is eating ice cream. Tom eet ijs.
eng nld This is a good textbook. Dit is een goed lesboek.
eng nld Have you ever heard her sing on the stage? Hebt ge haar al horen zingen op een podium?
eng nld I cry easily. Ik huil gemakkelijk.
eng nld I'm sorry to hear that. Het is spijtig om dat te horen.
eng nld They all gazed at the magician's movements. Ze staarden met zijn allen naar de bewegingen van de magiër.
eng nld There are three of us. Wij zijn met zijn drieën.
eng nld Here is your dog. Where is mine? Hier is uw hond. Waar is de mijne?
eng nld Can it be phrased in another way? Kan dat ook anders geformuleerd worden?
eng nld He risked his life to save her. Hij heeft zijn leven gewaagd om haar te redden.
eng nld I want to find another way out of the situation, although this one isn't that bad either. Ik wil een andere uitweg vinden voor deze situatie, ook al is deze ook niet zo slecht.
eng nld You're Italian. Jij bent Italiaans.
eng nld It's high time to make room for young people. Het is hoog tijd plaats te maken voor jongere mensen.
eng nld What do you think of war? Wat denkt u van oorlog?
eng nld Go ahead with your work. Doe voort aan je werk!
eng nld That's why they did it. Dat is waarom ze het gedaan hebben.
eng nld Tom showed Mary the photo. Tom heeft Mary de foto getoond.
eng nld Tom ate all the gummy bears. Tom at alle gummiberen.
eng nld I like reading American novels. Ik lees graag Amerikaanse romans.
eng nld Unfortunately, my hope was an illusion. Mijn hoop was, spijtig genoeg, een illusie.
eng nld You’re not wanting to sleep? Wil je niet slapen?
eng nld How do you guys feel about that? Wat denken jullie hiervan?
eng nld He told me that he would start the next day. Hij zei mij dat hij de volgende dag zou beginnen.
eng nld It was the most beautiful sight that he had ever seen in his life. Het was het mooiste gezicht dat hij in zijn leven gezien had.
eng nld It's broken. Are you happy now? Het is kapot. Ben je nu blij?
eng nld It was in Tokyo that I first met her father. In Tokio heb ik haar vader voor het eerst ontmoet.
eng nld We are all happy. We zijn allemaal blij.
eng nld Can someone help me? Wil iemand me even helpen?
eng nld Would you like some more tea? No thanks. Wilt u wat meer thee? Nee, bedankt.
eng nld That isn't possible. Dat kan niet.
eng nld I'll do my best not to disturb your studying. Ik zal mijn best doen je niet lastig te vallen bij het studeren.
eng nld Algeria became an independent country in 1962. Algerije werd een onafhankelijk land in 1962.
eng nld Which boy? Welke jongen?
eng nld Look carefully. I'm going to show you how it's done. Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
eng nld Do you work there, too? Werkt u daar ook?
eng nld How much is the handling charge? Wat zijn de verwerkingskosten?
eng nld Tom and Mary both like old movies. Tom en Mary houden allebei van oude films.
eng nld One of the apples fell to the ground. Een van de appels viel op de grond.
eng nld Tom can't help. Tom kan niet helpen.
eng nld It looks like an orange. Het ziet eruit als een sinaasappel.
eng nld We're doing everything we can to find your daughter. We doen alles wat we kunnen om uw dochter te vinden.
eng nld This is a fact. Dit is een feit.
eng nld We chose a hotel near the museums. We kozen een hotel dichtbij de musea.
eng nld People once held that the world was flat. Ooit dacht men dat de wereld plat was.
eng nld When was the last time you used a hammer? Wanneer hebben jullie voor het laatst een hamer gebruikt?
eng nld The train was delayed by a heavy snowfall. De trein had vertraging wegens hevige sneeuwval.
eng nld She went into the kitchen to see who was there, but there was nobody there. Ze liep naar de keuken om te kijken wie er was, maar er was niemand.
eng nld It's not a classroom. Het is geen klaslokaal.
eng nld Television could be an important source of culture, and its educational broadcasts are valued in many schools. Televisie kan een belangrijke cultuurbron zijn en haar schooluitzendingen staan in veel scholen hoog aangeschreven.
eng nld Tom likes chocolate ice cream. Tom houdt van chocolade-ijs.
eng nld Her beauty was beyond description. Haar schoonheid was onbeschrijfelijk.
eng nld You did not answer my question. Je hebt mijn vraag niet beantwoord.
eng nld The girl talking with Tom is Mary. Het meisje dat met Tom spreekt, is Mary.
eng nld Why don't you have a girlfriend? Waarom hebben jullie geen vriendin?
eng nld I thought Tom wasn't going to be here today. Ik dacht dat Tom hier vandaag niet zou zijn.
eng nld The majority of Berbers are mountain dwellers. It's obvious: they've never accepted to drown in the invaders' identity. De meeste Berbers zijn bergbewoners. Het ligt voor de hand: ze waren nooit bereid om in de identiteit van de indringers te verdwijnen.
eng nld What time do you usually eat breakfast? Hoe laat ontbijt je gewoonlijk?
eng nld I know that Tom doesn't know he shouldn't do that here. Ik weet dat Tom niet weet dat hij dat hier niet zou moeten doen.
eng nld Is there any bread? Is er brood?
eng nld I go to church by car. Ik ga naar de kerk met de auto.
eng nld Everybody applauded. Iedereen applaudisseerde.
eng nld You are pregnant. U bent zwanger.
eng nld The government would give them food for the winter. De regering zou hen voedsel geven voor de winter.
eng nld I'm old. Ik ben oud.
eng nld I can't work here. Ik kan hier niet werken.
eng nld This website is useless. Deze webstek is waardeloos.
eng nld Do they like oranges? Houden zij van sinaasappels?
eng nld Let's go by metro. Laten we met de metro gaan.
eng nld I hope not. Ik hoop van niet.
eng nld What a pity! Wat jammer!
eng nld I'm making cookies. Ik ben koekjes aan het maken.
eng nld He replied to his parents. Hij gaf zijn ouders antwoord.
eng nld If you drop that vase, I'll take it out of your wage. Als je die vaas laat vallen, zal ik het op je loon inhouden.
eng nld I am pregnant. Ik ben in verwachting.
eng nld There's no arguing with Tom. Met Tom valt er niet te discussiëren.
eng nld Not everything can be explained. Niet alles kan worden verklaard.
eng nld She helps us. Ze helpt ons.
eng nld The baby is in his crib, sucking on his pacifier. De baby ligt in zijn wieg, zuigend op zijn speen.
eng nld Where is the washroom? Waar is het toilet?
eng nld We were partly right. We hadden gedeeltelijk gelijk.
eng nld I'm married to Lori. Ik ben getrouwd met Lori.
eng nld My country is situated in North Africa, south of the Mediterranean Sea. Mijn land ligt in Noord-Afrika, ten zuiden van de Middellandse Zee.
eng nld I'd like to live in Europe. Ik zou graag in Europa willen wonen.
eng nld That's the ugliest baby that I've ever seen. Dit is de lelijkste baby die ik ooit gezien heb.
eng nld I don't want to upset you. Ik wilde je niet van streek maken.
eng nld He is sure to come. Ik weet zeker dat hij komt.
eng nld Mission accomplished. Missie volbracht.
eng nld I'm starting to write a rap song today. Vandaag begin ik een raplied te schrijven.
eng nld You taught. Je onderwees.
eng nld Tom plugged in the radio and turned it on. Tom stak de stekker van de radio in en zette hem aan.
eng nld I don't know my address yet, I'm going to stay with my friend for a while. Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriendin wonen.
eng nld The dog's food is expensive. Het eten van de hond is duur.
eng nld Sami wanted to live in a Muslim country. Sami wilde in een Islamitisch land wonen.
eng nld What do you remember? Wat herinneren jullie je?
eng nld Foreign people intrigue me. Buitenlanders maken me nieuwsgierig.
eng nld The child was paralyzed with fear. Het kind was verstijfd van angst.
eng nld I worship the goddess Astarte. Ik aanbid de godin Astarte.
eng nld It's never easy to tell whether he's being serious or not. Het is nooit makkelijk te zeggen of hij ernstig is of niet.
eng nld Can you tell us what happened next? Kunt u ons vertellen wat er daarna gebeurde?
eng nld Tom applauded. Tom klapte.
eng nld Speaking English is difficult. Engels spreken is moeilijk.
eng nld What number should I call in case of an emergency? Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?
eng nld Like breeds like. De appel valt niet ver van de boom.
eng nld I am going down the stairs. Ik ga de trap af.
eng nld She's not a good cook. Ze is geen goede kokkin.
eng nld I have a lot of homework. Ik heb veel huiswerk.
eng nld We don't have a tumble dryer. We hebben geen wasdroger.
eng nld After all the trouble we went to in coming up with that project, it only took them a second to shoot it down in the meeting. Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.
eng nld I can't remember how to say "Thank you" in German. Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.
eng nld There are cats on Mars, too. Ook op Mars zijn er katten.
eng nld Previously the mechanic took a lot more. Vroeger heeft de monteur veel meer genomen.
eng nld All that matters is to be happy. Het enige dat telt is gelukkig zijn.
eng nld I'm not married to Tom anymore. Ik ben niet meer met Tom getrouwd.
eng nld Who's that? Wie is dat?
eng nld I was very thirsty. Ik had erg dorst.
eng nld I now live in Australia. Ik woon nu in Australië.
eng nld Tom is cute. Tom is schattig.
eng nld I pride myself on my humility. Ik ben trots op mijn nederigheid.
eng nld I have nothing to do with this matter. Ik heb niets met die zaak te maken.
eng nld She loves gardening. Zij houdt van tuinieren.
eng nld Where did you put my laptop? Waar heb je mijn laptop neergezet?
eng nld He looks like his mother. Hij lijkt op zijn moeder.
eng nld I don't think that I'd like living in Australia. Ik denk niet dat ik graag in Australië zou willen wonen.
eng nld It's dangerous. Het is gevaarlijk.
eng nld May I set the table? Mag ik de tafel klaarzetten?
eng nld Which t-shirt is red? Welke T-shirt is rood?
eng nld He did what he had been told. Hij deed wat hem gevraagd werd.
eng nld Mary wore a dark brown dress. Mary droeg een donkerbruine jurk.
eng nld The dog, wagging its tail, followed its master. De hond volgde zijn baas met kwispelende staart.
eng nld Do you have another solution? Heb je een andere oplossing?
eng nld We accelerated. Wij versnelden.
eng nld Would you like a receipt? Bonnetje mee?
eng nld He and his sisters ate ice cream while the radio was on. Hij en zijn zus aten roomijs, terwijl de radio aanstond.
eng nld The Dutch have a reputation for being good at languages. Nederlanders staan bekend voor goed zijn in talen.
eng nld I want to see him at all costs. Ik wil hem koste wat kost zien.
eng nld Thanks, brothers. Bedankt, broeders.
eng nld Tom is starting to annoy me. Tom begint me te irriteren.
eng nld Quiet please. Stilte alstublieft.
eng nld The rocket went up. De raket ging omhoog.
eng nld Tom was a little surprised by Mary's behavior. Tom was enigszins verbaasd door Mary's gedrag.
eng nld I haven't eaten asparagus in a long time. Ik heb al lang geen asperges meer gegeten.
eng nld I heard it on the radio. Ik heb het gehoord op de radio.
eng nld They tasted the bread. Ze proefden het brood.
eng nld The check, please. De rekening, alstublieft.
eng nld Buddhism came out of India. Het boeddhisme kwam uit India.
eng nld George sent me a birthday card. Georgo heeft mij een verjaardagskaart gestuurd.
eng nld She's a drama queen. Zij is een aansteller.
eng nld The girl is beautiful. Het meisje is mooi.
eng nld Are you doing anything special? Doe je iets speciaals?
eng nld I like to sleep on a soft bed. Ik slaap graag in een zacht bed.
eng nld Tom cannot drive. Tom kan niet rijden.
eng nld I understand it more or less. Ik begrijp het meer of minder.
eng nld This train stops at every station. Deze trein stopt op alle stations.
eng nld Why do they do this? Waarom doen zij dat?
eng nld Kurdish is my native language. Het Koerdisch is mijn moedertaal.
eng nld Nobody thinks you're a coward. Niemand denkt dat u lafhartig bent.
eng nld Tom isn't aggressive at all. Tom is helemaal niet agressief.
eng nld He is said to be able to speak without using notes. Men zegt dat hij kan spreken zonder notities te gebruiken.
eng nld Tom walked to the window and looked outside. Tom liep naar het raam en keek naar buiten.
eng nld Mind your own business. Bemoei je met je eigen zaken.
eng nld Mom set the table. Mama heeft de tafel gedekt.
eng nld Will you show me what you bought yesterday? Zult ge mij tonen wat ge gisteren gekocht hebt?
eng nld Tom said I could stay. Tom zei dat ik kon blijven.
eng nld Tadpoles become frogs. Kikkervisjes worden kikkers.
eng nld He has recently returned from France. Hij is onlangs teruggekomen uit Frankrijk.
eng nld She was wearing a blue coat. Ze droeg een blauwe mantel.
eng nld Why does this happen so often? Waarom gebeurt dit zo vaak?
eng nld Tom called Mary's mother and asked her if Mary was allergic to anything. Tom belde Maria's moeder en vroeg haar of Maria ergens allergisch voor is.
eng nld Correct! Juist!
eng nld Mary claimed she saw a UFO. Maria beweerde dat ze een ufo zag.
eng nld The popular singer committed suicide. De populaire zangeres pleegde zelfmoord.
eng nld He bought a foxglove. Hij heeft een vingerhoedskruid gekocht.
eng nld Enjoy your meal. Eet smakelijk!
eng nld You broke the rules. Je brak de regels.
eng nld I bought a pig in a poke yesterday. Ik heb gisteren een kat in de zak gekocht.
eng nld Tom will wait for you. Tom zal op je wachten.
eng nld I made a snowman. Ik heb een sneeuwman gemaakt.
eng nld Can you continue? Kun je voortzetten?
eng nld I told you not to turn on the lights. Ik heb het je toch gezegd dat je het licht niet aan moet doen.
eng nld What crimes have you committed? Welke misdaden hebben jullie begaan?
eng nld He stood there for a while. Hij stond daar een tijdje.
eng nld Maybe they're happy. Misschien zijn ze blij.
eng nld He knows a lot about butterflies. Hij weet veel over vlinders.
eng nld This is a rip-off. Dit is afzetterij.
eng nld Stones don't float. Stenen drijven niet.
eng nld Today my wife and I are celebrating our twentieth wedding anniversary. Vandaag vieren mijn vrouw en ik ons twintigste huwelijksjubileum.
eng nld Who's your favorite? Wie is jouw favoriet?
eng nld We know of more than 100 billion galaxies. We kennen meer dan 100 miljard sterrenstelsels.
eng nld We worked together. Wij hebben samen gewerkt.
eng nld No, it's the tomatoes. Nee, het zijn de tomaten.
eng nld We don't know her. We kennen haar niet.
eng nld The airport is quite far from the city centre. Het vliegveld ligt vrij ver van het centrum van de stad.
eng nld Let's go to the factory. Laten we naar de fabriek gaan.
eng nld I don't quite follow you. Ik kan niet helemaal volgen.
eng nld Humans only live about 70 years. Mensen leven maar ongeveer 70 jaar.
eng nld Play that song again. Speel dat liedje opnieuw.
eng nld Soon the sky will become bright. De lucht zal snel helder worden.
eng nld That always helps. Dat helpt altijd.
eng nld Tom said he didn't know why Mary didn't like him. Tom zei dat hij niet wist waarom Mary hem niet mocht.
eng nld Do you have a temperature? Heb je koorts?
eng nld Speak more slowly, please! Spreekt u alstublieft langzamer!
eng nld I ate alone. Ik at alleen.
eng nld I like tennis the best of all sports. Tennis is mijn favoriete sport.
eng nld My sister showed a new watch to me. Mijn zus liet me een nieuw horloge zien.
eng nld It's cloudy. Het is bewolkt.
eng nld You don't even know them. Je kent ze niet eens.
eng nld Exceptions prove the rule. Uitzonderingen bevestigen de regel.
eng nld Why do you work? Waarom werken jullie?
eng nld A man once said to the Buddha, "I want to be happy!" Buddha said, "First remove 'I', that's ego, then remove 'want', that's desire. See, now you are left with only happiness!" Een man zei ooit tegen de Boeddha: "Ik wil gelukkig zijn!" Boeddha zei: "Verwijder eerst 'ik', dat is het ego, verwijder dan 'wil', dat is begeerte. Kijk, nu heb je alleen nog maar blijdschap!''
eng nld You're leaving already? Ben je al weg?
eng nld Go and wake Mary up. Ga Mary wakker maken.
eng nld He's still mad. Hij is nog steeds boos.
eng nld Tom missed his friends. Tom miste zijn vrienden.
eng nld I like eggplant. Ik hou van aubergine.
eng nld I told them to send me another ticket. Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen.
eng nld If you're cheeky once more, I won't read you a story tonight. Als je nog één keer zo'n grote mond geeft, lees ik vanavond geen verhaaltje voor.
eng nld Tom misled Mary. Tom heeft Maria misleid.
eng nld Tom is a teen idol. Tom is een tieneridool.
eng nld Who's the photographer? Wie is de fotograaf?
eng nld Who was the inventor of the telephone, Bell or Meucci? Wie was de uitvinder van de telefoon? Was het Bell of Meucci?
eng nld Boy! Jeetje!
eng nld Happy holidays. Fijne vakantie.
eng nld Go ahead. I'm listening. Ga je gang, ik luister.
eng nld Something has changed. Er is iets veranderd.
eng nld My dad just called. Mijn vader belde net.
eng nld I think you have the wrong number. Ik denk dat je het verkeerde nummer hebt.
eng nld He won the lottery. Hij won de loterij.
eng nld Good thing he spoke the whole truth. Goed dat hij de hele waarheid sprak.
eng nld I'm older than your brother. Ik ben ouder dan uw broer.
eng nld This coffee machine was made in Italy. Deze koffiemachine is in Italië gemaakt.
eng nld Her technique is superb, but she needs to play with more expression. Haar techniek is uitstekend, maar ze moet met meer expressie spelen.
eng nld All of my classes are in French. Al mijn lessen zijn in het Frans.
eng nld I wonder why Tom said that he doesn't know Mary. Ik vraag me af waarom Tom beweerde Marie niet te kennen.
eng nld Set Tom free. Laat Tom vrij.
eng nld Happy Moon Festival! Gelukkig Moon Festival!
eng nld Tom was happy to hear Mary's voice over the phone. Tom was blij om Mary's stem door de telefoon te horen.
eng nld Images are the books of the illiterate. Plaatjes zijn boeken voor analfabeten.
eng nld In Hungary they speak Hungarian. In Hongarije spreken ze Hongaars.
eng nld Earth is the third planet from the sun. De aarde is de derde planeet vanaf de zon.
eng nld He started laughing. Hij begon te lachen.
eng nld She helped us. Zij hielp ons.
eng nld Do you think he did the job on his own? Denk je dat hij het werk alleen gedaan heeft?
eng nld I have two brothers. Ik heb twee broers.
eng nld My mother gets up earlier than anyone else. Mijn moeder staat vroeger op dan wie dan ook.
eng nld Do you really think Tom is happy? Denk je echt dat Tom gelukkig is?
eng nld I couldn't fall asleep. Ik kon niet in slaap komen.
eng nld Your fly is open! Jouw gulp staat open!
eng nld Mr Brown always carries a book with him. Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
eng nld She has a lot of gray hair. Ze heeft veel grijze haren.
eng nld Can I eat that orange? Kan ik die sinaasappel eten?
eng nld Have you got a lighter? Heeft u een aansteker?
eng nld I feel like I finally have some understanding of how Tom felt in that moment. Ik denk dat ik eindelijk een beetje begrijp hoe Tom zich voelde op dat moment.
eng nld He changed his mind in consequence of the marriage. Hij is van mening veranderd als gevolg van de bruiloft.
eng nld He survived a severe heart attack. Hij overleefde een ernstige hartaanval.
eng nld You don't need to carry lunch with you. Je hoeft geen lunch mee te nemen.
eng nld What's your rush? Waarom heb je zo'n haast?
eng nld He was taken care of by a certain young doctor. Hij werd verzorgd door een of andere jonge dokter.
eng nld I see the moon and the sun. Ik zie de maan en de zon.
eng nld I can't exclude it. Ik kan dat niet uitsluiten.
eng nld Listen closely. Luister goed naar mij.
eng nld She fell in love with one of her students. Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.
eng nld They were forecasting rain for today. Ze kondigden regen aan voor vandaag.
eng nld Tom told me Mary was in Boston. Tom vertelde me dat Maria in Boston was.
eng nld She's eight years old. Zij is acht.
eng nld Thou speakest. Ge spreekt.
eng nld Green is my favorite color. Groen is mijn lievelingskleur.
eng nld What's the holdup? Waarom duurt het zo lang?
eng nld If we stop here, we'll be right back where we started! Als we hier stoppen, moeten we helemaal opnieuw van nul beginnen!
eng nld Israel needs the West Bank. Israël heeft de Westelijke Jordaanoever nodig.
eng nld I, too, have a question. Ik heb ook een vraag.
eng nld They have been married for ten years. Ze zijn tien jaar getrouwd.
eng nld Be friends with your friends and enemies with your enemies. Wees vrienden met je vrienden en vijanden met je vijanden.
eng nld Do you have a pen? Heb je een pen?
eng nld Aren't you going to introduce us? Ga je ons niet voorstellen?
eng nld One is red and the other is white. De ene is rood en de andere is wit.
eng nld Tom would be proud. Tom zou trots zijn.
eng nld I like sauerkraut. Ik hou van zuurkool.
eng nld I just gave up. Ik heb gewoon opgegeven.
eng nld She wore a white dress. Ze droeg een witte jurk.
eng nld Mary kissed the frog. Maria kuste de kikker.
eng nld The soup is too salty. De soep is te zout.
eng nld In my city, there is no school for learning Esperanto. Er is in mijn stad geen school om Esperanto te leren.
eng nld I wanted a beer. Ik wilde een biertje.
eng nld We have to boycott them. We moeten ze boycotten.
eng nld Sport is good for your health. Sporten is goed voor je lichamelijke conditie.
eng nld Tom asked Mary to get him a cup of coffee. Tom vroeg aan Maria om hem een kop koffie te brengen.
eng nld I protest! Ik protesteer!
eng nld You're the reason I came. Jij bent de reden dat ik ben gekomen.
eng nld They are shearing the sheep. Zij scheren het schaap.
eng nld Without music the world is a vale of tears. Zonder muziek is de wereld een tranendal.
eng nld It's brand new. Het is gloednieuw.
eng nld These hats are yours. Deze hoeden zijn van jou.
eng nld Do the best you can! Doe je uiterste best!
eng nld How far is Boston from here? Hoe ver is Boston hiervandaan?
eng nld I don't believe in keeping my feelings bottled up. Ik geloof er niet in alles op te kroppen.
eng nld She is mad at me. Ze is boos op me.
eng nld He told me that his father had passed away. Hij vertelde me dat zijn vader was overleden.
eng nld My students have been eagerly awaiting the test results. Mijn studenten hebben vol ongeduld zitten wachten op de testresultaten.
eng nld Well, the rules of the game have changed. Nou, de spelregels zijn veranderd.
eng nld Tom can speak three foreign languages. Tom spreekt drie buitenlandse talen.
eng nld How can I start the engine? Hoe kan ik de motor starten?
eng nld Maybe Tom was involved. Misschien was Tom erbij betrokken.
eng nld She knew that John loved her. Ze wist dat John van haar hield.
eng nld Who wrote Hamlet? Wie heeft Hamlet geschreven?
eng nld I'll miss all of you. Ik ga jullie allemaal missen.
eng nld I want a large tube of toothpaste. Ik wil een grote tube tandpasta.
eng nld We apologize. We verontschuldigen ons.
eng nld It's cold today. Vandaag is het koud.
eng nld Tom is watching. Tom kijkt.
eng nld Why should we get involved? Waarom moeten we ons daarin betrekken?
eng nld He is no fool. Hij is niet gek.
eng nld I didn't see anything strange. Ik heb niets vreemds gezien.
eng nld He has a farm. Hij heeft een boerderij.
eng nld The sky has become clear. De lucht klaarde op.
eng nld I'll visit him tomorrow. Ik zal hem morgen bezoeken.
eng nld The baby looked just like her mother. De baby zag er precies zo uit als haar moeder.
eng nld I always eat healthy. Ik eet altijd gezond.
eng nld I hate working. Ik haat werken.
eng nld MI6 is a British secret service. MI6 is een Britse inlichtingsdienst.
eng nld Did you use my toothbrush? Heeft u mijn tandenborstel gebruikt?
eng nld Who helped you? Wie heeft jou geholpen?
eng nld I have money problems. Ik heb geldproblemen.
eng nld France is a Western European country. Frankrijk is een West-Europees land.
eng nld As for me, I have nothing to say at present. Wat mij betreft, ik heb op het moment niets te zeggen.
eng nld I know you did that by yourself. Ik weet dat je dat zelf hebt gedaan.
eng nld Give it to anyone you like. Geef het aan wie je wilt.
eng nld She grew up in the German Democratic Republic. Ze is opgegroeid in de Duitse Democratische Republiek.
eng nld Won't you sit on my knee? Wil je niet op mijn knie zitten?
eng nld What's wrong with you, guys? Wat scheelt er met jullie?
eng nld That's great! Dat is geweldig!
eng nld I want to participate in the protest. Ik wil deelnemen aan het protest.
eng nld I'm a Gemini. Ik ben een Tweeling.
eng nld You still look angry. Je ziet er nog steeds boos uit.
eng nld This dress leaves little to the imagination. Deze jurk laat weinig aan de verbeelding over.
eng nld The house is white. Het huis is wit.
eng nld I walk to school. Ik ga te voet naar school.
eng nld I have a lot of friends in Germany. Ik heb veel vrienden in Duitsland.
eng nld The dog caught the meat. De hond ving het vlees.
eng nld We've figured it out. We hebben het uitgevogeld.
eng nld Tom can protect me. Tom kan mij beschermen.
eng nld See you, grandpa! Doei opa!
eng nld This chocolate is delicious. Deze chocolade is heerlijk.
eng nld Finding an apartment can be difficult. Het kan moeilijk zijn om een appartement te vinden.
eng nld Smoking is harmful for your health. Roken is schadelijk voor je gezondheid.
eng nld I was very proud. Ik was erg trots.
eng nld My greatest desire was to meet my biological father. Mijn grootste verlangen was het ontmoeten van mijn biologische vader.
eng nld Move now. Ga nu weg.
eng nld Tom was a teacher for nearly thirty years. Tom was bijna dertig jaar lang leraar.
eng nld I wish I could care more about my grades but it seems that, at a certain point of my life, I decided they wouldn't be so important anymore. Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.
eng nld Tom and Mary often drank chocolate milk when they were kids. Tom en Maria dronken vaak chocolademelk toen ze kinderen waren.
eng nld Do you know who he is? Weet u wie hij is?
eng nld Every evening, I watch the "Walking Dead". Ik kijk elke avond ''The Walking Dead''
eng nld Don't miss this amazing opportunity. Mis deze geweldige kans niet.
eng nld Tom knows why. Tom weet waarom.
eng nld She didn't show up until the meeting was over. Ze kwam niet opdagen totdat de vergadering was afgelopen.
eng nld Tom resigned. Tom trad af.
eng nld I remembered that you were my brother. Het schoot me binnen dat u mijn broer was.
eng nld The old cottage had only one bed, so we all took turns sleeping in it. Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.
eng nld What would you like to eat? Wat wil je eten?
eng nld My girlfriend also loves to drink. Mijn vriendin houdt er ook van om te drinken.
eng nld The girl was afraid of her own shadow. Het meisje was bang voor haar eigen schaduw.
eng nld I'm so dumb... I'm trying to explain things to you that I don't understand myself. Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
eng nld See you tomorrow at the library. Tot morgen in de bibliotheek.
eng nld Can you read phonetic signs? Kan jij fonetische tekens lezen?
eng nld Don't forget your money. Vergeet jouw geld niet.
eng nld I don't like sand. Ik hou niet van zand.
eng nld Eat everything. Eet alles.
eng nld He is still alive. Hij is nog in leven.
eng nld You cannot be a blood donor. Je kan geen bloeddonor zijn.
eng nld I can't open the door. Do you have the key? Ik kan de deur niet openen. Hebt gij de sleutel?
eng nld I cannot afford to buy a new bicycle. Ik kan me geen nieuwe fiets veroorloven.
eng nld I put it in the drawer. Ik doe het in de la.
eng nld These two leaves look alike. Deze twee bladeren lijken op elkaar.
eng nld From which station does the train leave? Uit welk station vertrekt de trein?
eng nld Tom is an old man with a long gray beard. Tom is een oude man met een lange grijze baard.
eng nld According to the Bible, God created the world in six days. Volgens de bijbel schiep God de wereld in zes dagen.
eng nld You should have known better. Je zou beter moeten weten.
eng nld Surrender to the enemy. Geef je over aan de vijand.
eng nld Tom is too young to drive a car. Tom is te jong om auto te rijden.
eng nld The water is extremely dangerous around here. Het water hier is levensgevaarlijk.
eng nld That is very nice of you. Dit is erg aardig van u.
eng nld He didn't say a single word. Hij zei helemaal niets.
eng nld Tom stayed awake all night. Tom bleef de hele nacht wakker.
eng nld Tom is intelligent. Tom is intelligent.
eng nld I think that Irish is not a difficult language. Ik denk dat Iers geen moeilijke taal is.
eng nld England is proud of her poets. Engeland is trots op zijn poëten.
eng nld Tom and Mary visited Scandinavia. Tom en Maria bezochten Scandinavië.
eng nld I wouldn't have said it that way. Ik zou het anders aanbrengen.
eng nld It happens frequently. Het gebeurt regelmatig.
eng nld Tom smiled. Tom glimlachte.
eng nld Tom is warm. Tom is warm.
eng nld Give this book to Tom. Geef dit boek aan Tom.
eng nld Tom killed a tiger. Tom heeft een tijger gedood.
eng nld Dare you ask him about the accident? Durf je hem vragen te stellen over dat ongeval?
eng nld This is the last game. Dit is het laatste spel.
eng nld Unfortunately, she lives abroad. Jammer genoeg woont ze in het buitenland.
eng nld Above all, I want to be healthy. Ik wil bovenal gezond zijn.
eng nld Aren't you going to introduce us? Gaat u ons niet voorstellen?
eng nld Tom loves to dance and sing. Tom danst en zingt graag.
eng nld I'm not tired yet. Ik ben nog niet moe.
eng nld Tom and I built a snowman. Tom en ik hebben een sneeuwpop gebouwd.
eng nld The manager dismisses someone almost once a month now, and I don't know how we can flip burgers any faster or better or with more team spirit or whatever it is that he wants. De manager onslaat nu bijna elke maand iemand en ik weet niet hoe we burgers nog sneller of beter kunnen omdraaien, of met meer teamgeest of wat hij dan ook wil.
eng nld Blessed are the poor in spirit. Zalig zijn de armen van geest.
eng nld You tried. Je probeerde het.
eng nld Tom exercised. Tom trainde.
eng nld You must tighten the knot. U moet de knoop strakker maken.
eng nld You can't prove that. Dat kan je niet bewijzen.
eng nld What do you know about Tom? Wat weet je over Tom?
eng nld She's addicted to shopping. Ze is verslaafd aan winkelen.
eng nld You don't seem to be nervous. Je lijkt niet zenuwachtig te zijn.
eng nld Tom will have nightmares. Tom zal nachtmerries krijgen.
eng nld The Cold War began after World War Two. De Koude Oorlog begon na de Tweede Wereldoorlog.
eng nld I can trust Tom. Ik kan Tom vertrouwen.
eng nld Get lost! Hoepel op!
eng nld I'm speaking Spanish to my cat. Ik spreek Spaans tegen mijn kat.
eng nld It cost me a thousand yen to get my bicycle fixed. De herstelling van mijn fiets kostte mij duizend yen.
eng nld I like tea. Ik lust thee.
eng nld Don't hesitate to ask for advice. Aarzel niet om raad te vragen.
eng nld I go to school. Ik ga naar school.
eng nld They wash their hands with soap. Ze wassen hun handen met zeep.
eng nld I forgot to take my medicine. Ik ben vergeten mijn medicijnen in te nemen.
eng nld He inserted the key in the lock. Hij stak de sleutel in het slot.
eng nld You are tired, aren't you? Je bent moe, nietwaar?
eng nld From my personal point of view, his opinion is right. Persoonlijk deel ik zijn mening.
eng nld I go to school at eight o'clock. Ik ga om acht uur naar school.
eng nld I studied really hard so as to pass the exam. Ik heb heel hard geleerd om het examen te kunnen halen.
eng nld Nobody has Internet in my country. Niemand heeft internet in mijn land.
eng nld Don't brake suddenly. Rem niet plotseling
eng nld Is there a youth hostel near here? Is er hier een jeugdherberg in de buurt?
eng nld He is lacking in experience. Hij heeft gebrek aan ervaring.
eng nld You've given me good advice. U heeft me goed advies gegeven.
eng nld The house is on sale. Dat huis staat te koop.
eng nld Tom had no idea that Mary was in Boston. Tom had geen idee dat Maria in Boston was.
eng nld It was dark and cold in the room. Het was donker en koud in de kamer.
eng nld I wouldn't want anything to happen to you. Ik wil niet dat er iets met je gebeurt.
eng nld Tom is poor, but he's happy. Tom is arm, maar hij is gelukkig.
eng nld I was married at that time. Toen was ik getrouwd.
eng nld She does not eat cake, so as not to put on any more weight. Ze eet geen geen gebakjes om niet verder aan te komen.
eng nld There's a car approaching. Er nadert een auto.
eng nld Sami was able to read the Quran in just a few days. Sami kon de koran in slechts een paar dagen lezen.
eng nld Sami needs water. Sami heeft water nodig.
eng nld Do what she tells you. Doe wat ze je zegt.
eng nld I'm constantly studying. Ik ben voortdurend aan het studeren.
eng nld Playing Russian roulette isn't really a good idea. Russische roulette spelen is niet echt een goed idee.
eng nld I'm just not cut out for this kind of work. Ik ben gewoon niet geschikt voor dit werk.
eng nld I can't cut my nails and do the ironing at the same time! Ik kan niet tegelijk mijn nagels knippen en de strijk doen!
eng nld Eat slowly. Eet langzaam.
eng nld Here are your friends. Hier zijn je vrienden.
eng nld Have you got a mobile phone? Hebt ge een gsm?
eng nld Be yourself. Wees jezelf.
eng nld Things should be as simple as possible, but no simpler. Dingen zouden zo simpel mogelijk moeten zijn, maar niet simpeler dan dat.
eng nld I try to exercise at least an hour every day. Ik probeer elke dag minstens een uur te trainen.
eng nld This is the coffee. Dit is de koffie.
eng nld Many cities were destroyed by bombs. Veel steden waren vernietigd door bommen.
eng nld I'll call you as soon as I'm free. Ik bel je zodra ik vrij ben.
eng nld Since he was tired, he was sitting on the sofa with his eyes closed. Daar hij moe was, zat hij in de sofa met gesloten ogen.
eng nld Please say the alphabet backwards. Zeg alstublieft het alfabet achterstevoren.
eng nld May I eat this hamburger? Mag ik deze hamburger eten?
eng nld It's hot today, isn't it? Wat is het vandaag heet, hè?
eng nld Tom thinks that's ridiculous. Tom vindt dat belachelijk.
eng nld This is the worst storm in ten years. Dit is de ergste storm in tien jaar.
eng nld She is attractive. Ze is aantrekkelijk.
eng nld I like to read about science. Ik lees graag over wetenschap.
eng nld Friendship requires mutual trust. Vriendschap vereist wederzijds vertrouwen.
eng nld Romulus was the first Roman king. Romulus was de eerste Romeinse koning.
eng nld Which theater is that? Welk theater is dat?
eng nld This is my dog. Dit is mijn hond.
eng nld The church is on the other side of the street. De kerk bevindt zich aan de andere kant van de straat.
eng nld The English alphabet has 26 letters. Het Engels alfabet telt 26 letters.
eng nld Does somebody want do my homework for me? Wil iemand mijn huiswerk maken voor mij?
eng nld I'm not afraid of spiders anymore. Ik ben niet meer bang voor spinnen.
eng nld A hundred years is called a century. 100 jaar wordt een eeuw genoemd.
eng nld He did his best, in vain. Hij probeerde uit alle macht, maar tervergeefs.
eng nld "You'd better come in," the man said. "Je zou beter binnenkomen", zei de man.
eng nld What are you guys doing for dinner tonight? Wat zijn jullie plannen voor het avondmaal?
eng nld Monaco is the capital of Monaco. Monaco is de hoofdstad van Monaco.
eng nld Believe me. I'll be a new man. Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
eng nld Mary bites her nails. Maria bijt op haar nagels.
eng nld Tom let me do that. Tom liet me dat doen.
eng nld I am glad to hear of your success. Ik ben blij over je succes te horen.
eng nld Add one teaspoon of paprika. Voeg één theelepel paprika toe.
eng nld He is wearing a hat. Hij heeft een hoed op.
eng nld The beer glass is almost bigger than you are. Het bierglas is bijna nog groter dan jij.
eng nld I'll be there in ten minutes. Ik ben er over tien minuten.
eng nld I know what Tom was trying to do. Ik weet wat Tom probeerde te doen.
eng nld I've got varicose veins. Ik heb spataderen.
eng nld Are you sleeping, Tom? Slaap je, Tom?
eng nld That's good to know. Dat is goed om te weten.
eng nld It's a lovely country. Het is een prachtig land.
eng nld Tom is awake, but Mary isn't. Tom is wakker, maar Maria niet.
eng nld Hurry back. Kom snel terug.
eng nld He continued his work after a short break. Na een korte pauze begon hij opnieuw te werken.
eng nld It's beautiful out. Het is mooi weer buiten.
eng nld She was feeling kind of tired. Ze voelde zich nogal moe.
eng nld Defend the church. Verdedig de kerk.
eng nld Am I wrong? Heb ik het mis?
eng nld The old couple gave up their son for lost. Het oude paar gaf hun zoon op als vermist.
eng nld How is this possible? Hoe is het mogelijk?
eng nld Mary says that she's allergic to boys. Maria zegt dat ze allergisch is voor jongens.
eng nld Please choose one person. Kies één persoon a.u.b.
eng nld I trust him. Ik heb vertrouwen in hem.
eng nld Norway surprised me. Noorwegen verraste me.
eng nld Berlin is the capital of Germany. Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.
eng nld I'll take Tom. Ik neem Tom.
eng nld Who did you get this from? Van wie heb je dit gekregen?
eng nld I broke a glass. Ik heb een glas gebroken.
eng nld I have a friend whose father is a famous actor. Ik heb een vriend wiens vader een beroemd acteur is.
eng nld By studying overseas, students can come into contact with other manners and customs. Door overzee te studeren kunnen studenten met andere gewoonten en zeden in contact komen.
eng nld Can I drink alcohol? Mag ik alcohol drinken?
eng nld His main object in life was to become rich. Zijn belangrijkste levensdoel was rijk worden.
eng nld He has a good knowledge of Russian grammar. Hij heeft een goede kennis van de Russische grammatica.
eng nld Some of the books that he has are English novels. Sommige boeken van hem zijn Engelse novels.
eng nld Let's start. Laten we beginnen.
eng nld Don't expect others to think for you! Verwacht niet dat anderen voor jou denken.
eng nld The experiment has to begin. Het experiment moet beginnen.
eng nld Does he exist? Bestaat hij?
eng nld Why are you sleeping? Waarom slaap je?
eng nld It's abating. Het wordt minder.
eng nld Is this pure gold? Is dit puur goud?
eng nld Tom ironed his clothes. Tom streek zijn kleren.
eng nld My bra is dirty. Mijn beha is vies.
eng nld What's your zodiac sign? Wat is uw sterrenbeeld?
eng nld I'm starting to get tired. Ik begin moe te worden.
eng nld Tom took off his lab coat and hung it over the chair. Tom deed zijn labjas uit en hing het over de stoel.
eng nld Polar bears are white because they're old bears. IJsberen zijn wit omdat ze oude beren zijn.
eng nld Nobody asked for my advice. Niemand vroeg om mijn advies.
eng nld Peggy did not go to see the drama, and neither did I. Peggy is niet naar het toneelstuk geweest en ik ook niet.
eng nld I feel like having a drink. Ik zou wat willen drinken.
eng nld My family is small. Mijn familie is klein.
eng nld Are you listening to me at all? Luistert gij eigenlijk wel naar mij?
eng nld The armed hijackers terrified the passengers. De gewapende kapers joegen de passagiers angst aan.
eng nld Let's make a snowman later. Laten we later een sneeuwpop maken.
eng nld Don't try to trick me! Probeer me niet te foppen.
eng nld Tom is transgender. Tom is transgender.
eng nld I'm trying to sleep. Ik probeer te slapen.
eng nld I live in Tbilisi. Ik woon in Tbilisi.
eng nld I play netball. Ik speel korfbal.
eng nld In his hand, lead became gold. In zijn hand werd lood goud.
eng nld You said almost all of your friends were Canadians. Je zei dat bijna al je vrienden Canadees zijn.
eng nld Tom's girlfriend threatened to leave him. Toms vriendin dreigde ermee hem te verlaten.
eng nld I have a gun. Ik heb een geweer.
eng nld He saved the princess. Hij heeft de prinses gered.
eng nld Tom is still smoking. Tom is nog steeds aan het roken.
eng nld Don't deceive him. Bedrieg hem niet.
eng nld I'm convinced. Ik ben overtuigd.
eng nld Where do you guys live? Waar wonen jullie?
eng nld Whatever. Om het even.
eng nld The boy threw a stone. De jongen gooide een steen.
eng nld I was born there. Ik ben daar geboren.
eng nld Sami's parents are Muslim. Sami's ouders zijn moslim.
eng nld You are only young once. We zijn maar eenmaal jong.
eng nld He went out without saying goodbye to me. Hij ging weg zonder dag tegen me te zeggen.
eng nld I'm sorry that I got you involved in this. Het spijt me dat ik je hierbij betrokken heb.
eng nld Can you go to the office by train? Kunt ge met de trein naar kantoor gaan?
eng nld He who seeks a flawless horse or flawless wife, may rest assured that even if his work he did forsake, nor bed nor stable would he ever fill. Wie soeckt Peert of Wijf sonder gebreecken, die magh het werck wel laten steecken en bedencken dat hij bed en stal voor eeuwigh ledigh houden sal.
eng nld That's his stepbrother. Dat is zijn stiefbroer.
eng nld Tom thinks he can save the world. Tom denkt dat hij de wereld kan redden.
eng nld She cried throughout the night. Ze heeft de hele nacht gehuild.
eng nld I knew Tom would be thirsty. Ik wist wel dat Tom dorst zou hebben.
eng nld Her expression underwent a sudden change. Haar uitdrukking veranderde plots.
eng nld It is high time that communists should openly, in the face of the whole world, publish their views, their aims, their tendencies, and meet this nursery tale of the Specter of Communism with a manifesto of the party itself. Het is hoog tijd dat de communisten hun opvattingen, hun oogmerken, hun tendensen openlijk voor de gehele wereld ontvouwen en tegenover het sprookje van het spook van het communisme een manifest van de partij zelf plaatsen.
eng nld There was an earthquake this morning. Deze morgen was er een aardbeving.
eng nld Tom and Mary said they liked pizza. Tom en Maria zeiden dat ze van pizza hielden.
eng nld Go away. I'm busy. Ga weg. Ik heb het druk.
eng nld Hello, world! Hallo wereld!
eng nld Why is this happening? Waarom gebeurt dit?
eng nld We have to do something, Tom. We moeten iets doen, Tom.
eng nld Girl, what beautiful hair you have. Meid, wat heb je toch prachtig haar.
eng nld Tom gave a doll to me. Tom gaf me een pop.
eng nld Where did you take your socks off? Waar heb je jouw sokken uitgedaan?
eng nld In this snowy landscape everything looks different. Op dit sneeuwlandschap ziet alles er anders uit.
eng nld I'm not a liar. Ik ben geen leugenaar.
eng nld Can you buy one for me as well? Kan je er ook één voor mij kopen?
eng nld Did you bring a towel? Heb je een handdoek meegenomen?
eng nld I made breakfast. Ik maakte ontbijt.
eng nld Goodbye, Ian. Tot ziens, Ian.
eng nld Tom is starting to go bald. Tom begint kaal te worden.
eng nld Algeria is a very important partner country for the European Union. Algerije is een zeer belangrijk partnerland voor de Europese Unie.
eng nld That's a boat. Dat is een boot.
eng nld I don't like to speak in front of people. Ik hou er niet van om voor mensen te spreken.
eng nld Tom took more than one picture, didn't he? Tom nam meer dan één foto, nietwaar?
eng nld She is in love with him. Ze houdt van hem.
eng nld Tom won't be helping us tomorrow. Tom gaat ons morgen niet helpen.
eng nld Our husbands are Canadians. Onze echtgenoten zijn Canadezen.
eng nld This rule doesn't apply to first-year students. Deze regel geldt niet voor de eerstejaars.
eng nld Call me once in a while. Bel mij af en toe.
eng nld Could you help? Zou je me kunnen helpen?
eng nld I'm Tom's roommate. Ik ben Toms kamergenoot.
eng nld That's all I can say at the moment. Dat is alles wat ik nu kan zeggen.
eng nld Fadil loved skiing. Fadil hield van skiën.
eng nld My favorite color of lipstick is pink. Mijn lievelingskleur van lippenstift is roze.
eng nld Madonna is able to sing. Madonna kan zingen.
eng nld I want to eat something good. Ik wil iets lekkers eten.
eng nld You could sleep in the hammock. Je zou in de hangmat kunnen slapen.
eng nld Sami ordered flowers. Sami bestelde bloemen.
eng nld You look very pale. Ge ziet er heel bleek uit.
eng nld I want to talk to him. Ik wil met hem spreken.
eng nld She gave birth to a pretty baby girl last week. Afgelopen week heeft ze een schitterende dochter gekregen.
eng nld How long does it take from here to your house? Hoe lang is het van hier naar jouw huis?
eng nld What's in a name? That which we call a rose by any other name would smell as sweet. Wat betekent een naam? Dat wat wij een roos noemen zou met een andere naam net zo zoet geuren.
eng nld I didn't say anything to hurt his feelings. Ik heb niets gezegd dat zijn gevoelens zou kwetsen.
eng nld Sami left the mosque. Sami verliet de moskee.
eng nld They stood in line, waiting their turn. Ze stonden in de rij te wachten op hun beurt.
eng nld Tom is an entertainer. Tom is een entertainer.
eng nld Can you reach what's on the top shelf? Kun je bij de dingen die helemaal boven op de plank liggen?
eng nld There are 187,888 lakes in Finland. Er zijn 187.888 meren in Finland.
eng nld Mary has a lot of bags. Mary heeft heel veel tassen.
eng nld Words cannot convey my feelings. Ik kan mijn gevoelens niet met woorden uitdrukken.
eng nld I often eat here. Ik eet hier vaak.
eng nld I didn't realize how thirsty I was. Ik had niet door wat een dorst ik had.
eng nld Twitter is better and more secure than Facebook. Twitter is beter en veiliger dan Facebook.
eng nld When are you going to return from Boston? Wanneer kom je terug uit Boston?
eng nld Both of my sisters are not married. Mijn zusters zijn allebei ongehuwd.
eng nld Tom wrote Mary a letter. Tom schreef Maria een brief.
eng nld I left you a couple messages. Ik heb u enkele berichten achtergelaten.
eng nld You're adorable. Je bent lief.
eng nld Does she exist? Bestaat zij?